De serie geschiedenis van merken staat op de kennisbank, en wordt gaandeweg aangevuld met tekst en foto/video om alle geschiedenis der merken compleet te maken. Alle op en aanvullingen zijn derhalve welkom.
Don Jaime Partagas, een catalaanse immigrant wordt begin 19é eeuw werkzaam in de Cubaanse tabaksindustrie. Hij leert er het vak. Bekend is dat de fabriek van Partagas al bestaat als een chinchalito, wat klein fabriekje annex verkooppunt betekent.
In 1845 bouwt Don jaime zijn eigen fabriek, de Partagas Royal Tobacco factory op Nr 60 Industria street te Havana, en neemt hiervoor tijd en kunde mee. Vernieuwend was Don Jaime in zijn perfectionisme, zijn vernieuwende techniek en voorliefde voor de tabak. Don jaime experimenteerd met fermentatieprocessen en rijping van tabak op vaten om zodoende de beste en lekkerste Puros op de markt te kunnen brengen.
Jalouzie, vreemdgaan en andere wereldse zaken hebben er waarschijnlijk aan bijgedragen dat Don jaime Partagas in de nacht van 17 Juni 1868 dood op zijn plantage aangetroffen wordt. Inmiddels wel met drie welverdiende medailles op zak gewonnen op het internationale sigarenconcours in Parijs tussen 1867-84. Zijn zoon José Partagas neemt hierna de zaken waar en al snel wordt het bedrijf verkocht aan een bankier genaamd José A.Bance welke het weer doorverkoopt aan Ramon Cifuentes Llano en José Fernandez. De productie besloeg toen reeds 18 tot 20 Miljoen sigaren per jaar, en werd vooral verkocht binnen de hogere aristocratie van europa en bankiers. het succes van de sigaren kwam voort uit de perfectie van don Jaime en het feit dat alle tabakken topstukken waren uit de Vuelta Abajo.
Merken die binnen de fabriek werden geproduceerd waren Bolivar, Ramon Allones, Cifuentes RyJ en La Gloria Cubana. Partagas is de eerste fabriek welke een lector ( nieuwslezer ) aanstelt voor de sigarenrollers.
In 1916 koopt Peto Pita zich in en horen we weinig meer van Fernandez.
Ramon Cifuentes overlijdt in 1938 in Spanje, en het bedrijf wordt doorgezet door de famillie Cifuentes. Drie zonen die het vak van vader hebben overgekregen. De nalatenschap van de overleden Peto Pita wordt door niemand opgeeist. Het bedrijf noemt zich Cifuentes y Cìa.
In 1961 vluchten ze naar buiten Cuba, omdat de staat alle fabrieken claimt. Ramon ( deze keer zoon van ) vlucht naar New York, en gaat werken voor general Cigar, anderen vliegen naar de Dominicaanse Republiek, waar de famillie na een gewonnen rechtszaak over de merknaam, wederom samen met Ramon ( zoon van ) sigaren gaat produceren. En met succes. Er worden gemiddeld 12 tot 20 miljoen van de sigaren per jaar in de VS verkocht.
Er zijn momenteel 11 fabrieken nodig om de vraag naar Partagas sigaren te realiseren.
De fabriek in Havana staat er nog, maar valt onder de staat. directeur van de fabriek is Ernesto Lopez. Geen idee wat zijn relatie met de cifuentes is.
Binnen de Cubaanse sigarenindustrie leeft Partagas naast Monte-Christo en Romeo Y Julietta als marktleider.
Partagas sigaren kenmerken zich als aards, vol, robust en zwaar.
Het vlaggenschip van dit merk is zonder twijfel de Lusitania. Een zeer verassende sigaar vanwelke door nog geen enkele merk de smaaksensatie heeft weten te evenaarden.
Buiten dat heeft Partagas uitstekende Edicion Limitada's, en is hier als een van de eerste mee begonnen in om tabakken langer te laten rijpen, en zodoende prima vintage sigaren op de markt te brengen.
Partagas fabriek Havana
Ramon Cifuentes Jnr op zijn plantage op de Dom. Rep.
Bron: Min Ron Nee encyclopedia of post revolution Havana cigars
Bron: Cubancigarhistory
Bron: Google
Bron: Photobucket