Sigmund was een groot liefhebber van tabak. Sigmund begeleidde zijn patiënten geregeld met pijp of sigaar in de mond naar herstel, hypnose of dromeland. Sigmund staat bekend om zijn lyrische uitlatingen mbt tabak en de sigaar.
Buiteb tabak was sigmund ook een groot liefhebber van Cocaïne, maar dat bleef meer binnenskamers.
En voor wie het intresseert:
Bron: Wikipidia
Freud werkte als zenuwarts in Wenen en doceerde aan de Weense Universiteit (hij had een buitengewoon professoraat). Vanwege zijn achtergrond als fysioloog zag hij aanvankelijk psychische uitingen als gevolgen van lichamelijke standen van zaken. Freud heeft zich in zijn beginnende praktijk gericht op het zich eigen maken van hypnose. In 1885-86 studeerde hij bij Jean-Martin Charcot, in die tijd een van de grootste autoriteiten op het gebied van hysterie en hypnose. De hypnose was toen net in ontwikkeling als behandelmethode voor psychische klachten. Freud was zo onder de indruk van Charcot, dat hij zijn eerste zoon Jean-Martin noemde. Hier maakte hij ook kennis met het werk van Pierre Janet, dat invloedrijk zou zijn op zijn latere werk. In Wenen kwam Freud in contact met Josef Breuer, met wie hij de Studien Uber Hysterie (1896) publiceerde. Aldaar kwam de werking van het Unbewusste (onbewuste) meer in beeld.
De Oostenrijkse zenuwarts zag de geest en het lichaam van de mens als een dualiteit. De geest werd energetisch opgevat, als onderworpen aan allerlei psychische energiestromen (ook de hypnose werd in het begin als energetisch fenomeen beschouwd). Die energiestromen noemde Freud "driften" (Trieben). Deze driften werken doorgaans ongemerkt, en zijn "primair". Zo onderscheidde Freud een levensdrift (Eros), de primaire drang tot zelfbehoud (voortzetting van de soort, liefde voor mezelf en voor de anderen). In zijn latere werk meent Freud ook een doodsdrift (Thanatos) te kunnen onderscheiden, het streven naar een spanningloze toestand (oceanisch gevoel). De seksuele driften noemde hij libido.
Psychische (en soms lichamelijke) stoornissen herleidde Freud tot verstoringen in de psychische energiehuishouding van de mens. Als iemand op te jonge leeftijd bijvoorbeeld geconfronteerd was met een 'trauma', zoals bijv. de aanblik van seksuele omgang tussen zijn ouders (zie de Wolvenman), kon dit in latere jaren tot psychische ziekte leiden. De herinnering was verdrongen maar bleef actief. De energie die nu op de verkeerde plek terecht was gekomen zocht een uitweg en dat leidt vroeg of laat tot een ontwikkelingsstoornis, zo dacht Freud. Een verdrongen herinnering verdween niet uit de geest, maar kwam terecht in een deel van de geest die Freud het onbewuste noemde. Door de patiënt in therapeutische sessies ongestuurd te laten vertellen, kon de therapeut (aanvankelijk Freud zelf) storingen in het onbewuste op het spoor komen. Door deze dan bewust te maken, verdween dan vaak de ontstane klacht.
Afbeelding:SigmundFreud2.jpg
Freud in 1921In 1899 verscheen zijn opzienbarende werk Die Traumdeutung (gedateerd in 1900), over de relatie tussen het onbewuste en de betekenisduiding van dromen. Het onbewuste of onderbewustzijn is de laag van de geest die tussen het driftmatige, onbewuste en het (minder primaire) bewuste in zit. In dromen zouden verborgen boodschappen van het onderbewustzijn zitten: dromen zijn verkapte vervullingen van onbewuste wensen.
In zijn laatste levensjaar (1938), zag hij zich vanwege de antisemitische dreiging (hij was joods en Oostenrijk sloot zich aan bij nazi-Duitsland) genoodzaakt naar Londen te vluchten